Culinair woordenboek
Es gibt 32 Namen in diesem Verzeichnis, die mit dem Buchstaben C beginnen.
C
Canapé
Canapé duidt op kleine, decoratieve hapjes, vaak geserveerd als aperitief of voorgerecht. Deze bestaan uit een klein stukje brood of toast, belegd met diverse toppings zoals vlees, vis, kaas, groenten en sausjes. Canapés zijn bedoeld als lichte, smaakvolle hapjes die de eetlust opwekken en worden gekenmerkt door hun elegante presentatie. Een voorbeeld is een canapé met gerookte zalm, roomkaas en een takje dille.
Canneleren
Canneleren is een culinaire techniek waarbij groenten of fruit worden voorzien van decoratieve groeven of inkepingen. Dit gebeurt meestal met een speciaal keukeninstrument, de canneleermes. Deze techniek wordt niet alleen toegepast voor de esthetiek, maar kan ook helpen bij het gelijkmatig garen van het voedsel en het beter opnemen van marinades of sauzen. Een klassiek voorbeeld is het canneleren van een komkommer, wat een fraai effect geeft in salades.
Carapasse
Carapasse refereert in de culinaire wereld aan de harde bovenschaal van schaaldieren zoals kreeften, krabben en garnalen. Deze schaal wordt vaak gebruikt in soepen en sauzen om extra smaak te geven. Bijvoorbeeld, in de bereiding van een bisque, een romige soep, worden de carapassen eerst geroosterd en vervolgens gekookt om hun diepe, zeevruchtensmaak af te geven.
Carcasse
Carcasse is de benaming voor het skelet van een geslacht dier, vaak gevogelte of wild, nadat het meeste vlees verwijderd is. Dit skelet, inclusief de botten en resterend vlees, wordt veel gebruikt voor het maken van bouillons en fonds. Door de carcasse langzaam te laten trekken, komen er rijke smaken en gelatine vrij, wat een basis vormt voor soepen, sauzen en stoofgerechten. Bijvoorbeeld, een kipcarcasse wordt vaak gebruikt voor het bereiden van een huisgemaakte kippenbouillon.
Carpaccio
Een koud voorgerecht uit de Italiaanse keuken - dat bestaat uit zeer dun gesneden plakjes rauw rundvlees. Carpaccio is tegenwoordig een benaming voor de bereidingswijze - het heel dun in plakjes snijden van allerlei ingrediënten. Bijvoorbeeld: er bestaat carpaccio van zalm - van vijgen en er zijn nog veel meer variaties.
Chambreren
Chambreren is een term die vaak gebruikt wordt in de wereld van wijn en betekent het op kamertemperatuur brengen van een fles wijn voordat deze geserveerd wordt. Dit is vooral belangrijk bij rode wijnen, die hun volle aroma en smaak het best ontplooien bij een temperatuur tussen de 16 en 18 graden Celsius. Door de fles wijn enige tijd voor het serveren uit de koelkast of wijnkelder te halen en in de kamer te plaatsen, kan de wijn 'ademen' en zich volledig ontwikkelen. Chambreren helpt bij het benadrukken van de unieke kenmerken van de wijn en verbetert de algehele drinkervaring.
Chapelure
Chapelure is het Franse woord voor paneermeel. Het bestaat uit fijngemalen, gedroogd brood en wordt gebruikt om een knapperig korstje te geven aan gebakken of gefrituurde gerechten. Chapelure kan ook ingezet worden als bindmiddel in gerechten zoals gehaktballen of als topping over ovenschotels voor extra textuur. Een bekend gebruik van chapelure is bij het paneren van schnitzels, waarbij het vlees eerst door bloem, dan door geklutst ei en ten slotte door de chapelure gehaald wordt.
Chaud – froid
Een gerecht dat bestaat uit vlees en dat bedekt is met een mousse en overgoten is met een saus die vervolgens gelegeerd is.
Chemiseren
"Chemiseren" is een culinaire techniek waarbij de binnenkant van een vorm of schaal wordt bekleed met een laagje voedsel, meestal om een andere vulling te omsluiten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met gelei, chocolade, cake of ander voedsel dat stevig genoeg is om een structuur te vormen.
Een typisch voorbeeld van chemiseren is bij het maken van een bavarois of terrine. Hierbij wordt een vorm eerst bekleed met een laagje gelei of dun gesneden voedsel, zoals plakjes gerookte zalm voor een vis-terrine. Vervolgens wordt de vorm gevuld met de hoofdvulling. Na het opstijven of koken wordt de terrine of bavarois uit de vorm gehaald, waarbij de buitenste laag een nette, decoratieve afwerking geeft.
Deze techniek wordt vaak gebruikt om de presentatie van een gerecht te verbeteren, en de buitenste laag draagt bij aan de smaak en textuur van het eindproduct.
Een typisch voorbeeld van chemiseren is bij het maken van een bavarois of terrine. Hierbij wordt een vorm eerst bekleed met een laagje gelei of dun gesneden voedsel, zoals plakjes gerookte zalm voor een vis-terrine. Vervolgens wordt de vorm gevuld met de hoofdvulling. Na het opstijven of koken wordt de terrine of bavarois uit de vorm gehaald, waarbij de buitenste laag een nette, decoratieve afwerking geeft.
Deze techniek wordt vaak gebruikt om de presentatie van een gerecht te verbeteren, en de buitenste laag draagt bij aan de smaak en textuur van het eindproduct.
Chiffonade
Een chiffonade is een snijtechniek waarbij bladgroenten of kruiden, zoals basilicum, spinazie of sla, in zeer dunne reepjes worden gesneden. Deze techniek wordt vaak gebruikt om gerechten te garneren of om een frisse, fijne textuur toe te voegen. Om een chiffonade te maken, stapelt u de bladeren netjes op elkaar, rolt u ze strak op en snijdt u ze dwars op de rol in fijne reepjes. Dit resulteert in elegante, dunne sliertjes die niet alleen een esthetische toevoeging zijn, maar ook de smaak van de groene kruiden of groenten verfijnen. Chiffonade van basilicum wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt als garnering op pasta's of in salades om een frisse, aromatische toets toe te voegen.
Chinois
Een chinois is een zeer fijne puntzeef die gebruikt wordt in de keuken, vooral in professionele settings. Deze zeef, gemaakt van fijnmazig metaal en met een kenmerkende conische vorm, wordt ingezet voor het zeven van sauzen, soepen, en bouillons om een uiterst gladde textuur te verkrijgen. Het verwijdert effectief kleine vaste bestanddelen en klontjes, resulterend in een zijdezacht eindproduct. Ook kan een chinois gebruikt worden voor het zeven van fijne ingrediënten zoals bloem of poedersuiker. De puntvorm zorgt ervoor dat de vloeistof efficiënt door de zeef geleid wordt, terwijl de fijne mazen een verfijnd resultaat waarborgen. Dit maakt de chinois een onmisbaar hulpmiddel voor het bereiden van delicate sauzen en soepen in de Franse keuken.
Ciseleren
Insnijden om het gaar worden te bevorderen. Ook snel snijden met de punt van het mes los van de plank.
Clafoutis
Taart gemaakt van flensjesbeslag - traditioneel gevuld met zwarte kersen. Tegenwoordig kan deze vulling zowel zoet als hartig zijn.
Clarifiëren
Clarifiëren is een techniek waarbij onzuiverheden uit een vloeistof worden verwijderd, vaak gebruikt bij bouillons of sauzen. Dit gebeurt door het toevoegen van eiwit en het zachtjes koken van de vloeistof. Het eiwit bindt de onzuiverheden, die vervolgens makkelijk te verwijderen zijn door de vloeistof te zeven. In de Franse keuken staat deze methode bekend als 'clarifier'. Dit is een cruciale stap om heldere, zuivere consommés te verkrijgen.
Clouter
Clouter is een klassieke Franse kooktechniek waarbij men ingrediënten, meestal vlees, gevogelte of groenten, "spijkert" met kruidnagels of stukjes knoflook. Dit wordt gedaan om extra smaak toe te voegen tijdens het koken of braden. Een typisch voorbeeld is het inbrengen van kruidnagels in een ui, die vervolgens wordt gebruikt om smaak te geven aan een bouillon of saus. Deze techniek voegt een subtiele maar onderscheidende smaak toe en is kenmerkend voor de geraffineerde smaaklagen in de Franse keuken.
Compote
Compote is een term in de culinaire wereld die verwijst naar fruit dat gekookt is in suikerwater. Hierbij worden de vruchten zacht gemaakt en vaak vermengd met specerijen of andere smaakmakers. Het resultaat is een zoet gerecht dat kan dienen als dessert, begeleiding bij vlees of gevogelte, of als vulling voor gebak en andere zoetigheden.
Concasseren
Concasseren is een kooktechniek waarbij voedsel, meestal groenten of fruit, wordt fijngehakt of fijngesneden. Het wordt vaak gebruikt bij tomaten, waarbij ze eerst worden geblancheerd en ontveld, waarna het zaad wordt verwijderd en het vruchtvlees in kleine stukjes wordt gesneden. Deze techniek wordt gebruikt om een rustieke textuur te geven aan sauzen, soepen of als garnering.
Confit
kooktechniek waarbij vlees - wild of gevogelte gedurende een lange tijd op een lage temperatuur in een vetstof wordt gegaard.
Conserveren
Conserveren is een methode om voedsel langer houdbaar te maken door de groei van bacteriën, schimmels en andere micro-organismen te vertragen of te stoppen, en door enzymactiviteit te verminderen. Er zijn verschillende technieken van conservering, zoals koelen, invriezen, inmaken, drogen, fermenteren, zouten, roken, en pasteuriseren. Elk van deze methoden heeft zijn eigen toepassing en resulteert in verschillende smaken en texturen. Bijvoorbeeld, het inmaken van komkommers in azijn en kruiden resulteert in augurken, terwijl drogen van vlees leidt tot producten zoals jerky of bresaola.
Consommé
Consommé is een heldere, krachtig smakende soep die gemaakt wordt door een bouillon of fond te klaren. Dit klaren gebeurt door eiwitten, groenten en soms vlees toe te voegen aan de kokende bouillon, waardoor onzuiverheden en vet naar boven drijven en kunnen worden verwijderd. Het resultaat is een kristalheldere soep. Consommé kan zowel als voorgerecht als in kleinere hoeveelheden als tussengerecht geserveerd worden.
Contiser
Contiser is een Franse kooktechniek waarbij kleine inkepingen in een stuk vlees of vis gemaakt worden, waarin vervolgens smaakmakers zoals knoflook, truffel of ansjovis worden gestoken. Deze methode wordt gebruikt om extra smaak aan het vlees of de vis toe te voegen. Een voorbeeld van contiseren is het inbrengen van knoflookteentjes in een lamsbout voor het roosteren, wat zorgt voor een aromatische en smaakvolle bereiding.
Coquille
Coquille, voluit Coquille Saint-Jacques, is de Franse benaming voor de Sint-Jakobsschelp, een zeevrucht die vooral gewaardeerd wordt om haar delicate, zoete vlees. Het vlees van de coquille kan zowel rauw als gekookt gegeten worden en wordt vaak gebruikt in verfijnde gerechten. Typische bereidingswijzen zijn bakken, grillen of stoven. Een populair gerecht is coquilles gebakken in boter, vaak geserveerd met een saus van witte wijn of een puree van knolselderij.
Corser
Corser betekent in culinaire termen het versterken of intensiveren van de smaak van een gerecht. Deze techniek kan worden toegepast door het toevoegen van kruiden, specerijen, geconcentreerde fonds of andere smaakvolle ingrediënten. Het doel is om het gerecht een diepere, rijkere smaak te geven zonder het overheersend te maken. Bijvoorbeeld, een stoofpot kan gecorseerd worden door een scheutje rode wijn of een lepel geconcentreerde tomatenpuree toe te voegen.
Coulis
Coulis is een dunne, gepureerde en gezeefde saus gemaakt van groenten of fruit. In de zoete keuken wordt coulis vaak gemaakt van bessen of ander fruit en gebruikt als saus bij desserts zoals ijs, pannenkoeken of cheesecake. In de hartige keuken kan een coulis gemaakt zijn van tomaten, paprika's of andere groenten en dienen als saus bij vlees-, vis- of groentegerechten. Een klassieke toepassing is een frambozencoulis die als elegante saus bij een chocoladedessert geserveerd wordt.
Court-bouillon
Court-bouillon is een licht geurige, snel gekookte bouillon die vaak gebruikt wordt voor het pocheren van vis, schaal- en schelpdieren. Het is een mengsel van water met aromatische ingrediënten zoals ui, wortel, prei, laurierblad, tijm, peterselie, citroen en soms wijn of azijn. De bedoeling van een court-bouillon is om een subtiele smaak toe te voegen aan het pocheergoed zonder het te overheersen. Na het pocheren wordt de court-bouillon meestal niet geconsumeerd, maar dient het puur als kookmedium. Bijvoorbeeld, het pocheren van zalm in een court-bouillon geeft een delicate smaak en een malse textuur.
Couscous
Couscous is een traditioneel Noord-Afrikaans gerecht, gemaakt van durumtarwe. Het is een basisvoedsel in veel landen zoals Marokko, Algerije en Tunesië. Couscous wordt gestoomd en vaak gecombineerd met groenten, kruiden, vlees, of vis. Het kan zowel in hartige als in zoete varianten geserveerd worden. Een klassiek gerecht is couscous met lamsvlees, groenten en een rijke bouillon. Couscous is bekend om zijn veelzijdigheid en vermogen om smaken goed op te nemen.
Croustades
Croustades zijn kleine, knapperige bakjes gemaakt van brood, bladerdeeg, of filodeeg, vaak gebruikt als basis voor voorgerechten of hapjes. Ze worden gebakken tot ze goudbruin en krokant zijn, en vervolgens gevuld met een verscheidenheid aan ingrediënten zoals vlees, vis, groenten, of kaas. Croustades bieden een elegante presentatie en een aangename textuurcontrast tussen de knapperige buitenkant en de zachte vulling. Een voorbeeld is croustades gevuld met een mengsel van paddenstoelen, knoflook en kruiden, ideaal als verfijnd aperitief of onderdeel van een buffet.
Croutons
Croutons zijn kleine, geroosterde of gebakken broodblokjes die vaak worden gebruikt om soepen en salades, zoals de klassieke Caesar salade, extra textuur en smaak te geven. Ze kunnen worden gemaakt van oud of vers brood, in blokjes gesneden en daarna geroosterd of gebakken met boter, olie en soms kruiden zoals knoflook, tijm of rozemarijn. Croutons bieden een knapperige textuur en zijn een eenvoudige manier om een gerecht meer diepte te geven.
Crudités
Crudités zijn een assortiment van rauwe groenten, meestal gesneden in hapklare stukken, die geserveerd worden als aperitief of voorgerecht, vaak vergezeld van één of meerdere dipsauzen. Typische groenten die gebruikt worden voor crudités zijn wortelen, komkommers, selderij, paprika's en radijsjes. Ze zijn populair vanwege hun frisheid, knapperigheid en kleurrijke presentatie. Crudités kunnen bijvoorbeeld geserveerd worden met een hummus of een yoghurt-knoflooksaus als een gezonde en smaakvolle starter.
Cutteren
Cutteren is een kooktechniek waarbij ingrediënten snel worden fijngehakt of gepureerd tot de gewenste consistentie met behulp van een keukenmachine of een zogenaamde 'cutter'. Deze methode verschilt van blenden doordat het vaak wordt gebruikt voor het verwerken van vastere ingrediënten en het bereiken van zowel grove als fijne texturen. Enkele veelvoorkomende toepassingen van cutteren zijn:
- Maken van Gehakt of Pasteien: Het fijnmalen van vlees, vis of groenten voor gehaktmengsels, pasteien of terrines.
- Bereiden van Dips en Smeersels: Zoals tapenades of groentespreads, waarbij de ingrediënten fijn worden gehakt maar nog enige structuur behouden.
- Maken van Deeg: Vooral voor gebak waarbij een kruimelige textuur gewenst is, zoals bij shortcrust of zanddeeg.
- Fijnhakken van Groenten en Kruiden: Voor recepten die vereisen dat ingrediënten gelijkmatig en fijn worden gehakt.
- Pureren van Babyvoeding: Net als bij een blender, maar met meer controle over de textuur.
Cutteren is ideaal voor recepten waarbij controle over de textuur belangrijk is, en waar een blender te fijn zou kunnen malen of niet effectief zou zijn voor hardere ingrediënten.
Einen Eintrag vorschlagen