Suiker is de basis van talloze bereidingen in de keuken. Meer dan enkel zoet: suiker zorgt voor structuur, kleur en houdbaarheid in gebak, desserts en sauzen.
We gebruiken suiker bijna dagelijks, vaak zonder erbij stil te staan hoe veelzijdig het eigenlijk is. Van de fijne kristalsuiker in pannenkoeken tot de rietsuiker in koekjes — elke soort heeft haar eigen karakter.
Soorten suiker
In de keuken gebruiken we verschillende soorten suiker, elk met een eigen toepassing:
Kristalsuiker (zie foto): de standaard witte suiker voor gebak, koekjes, taarten en dranken.
Fijne suiker / patisseriersuiker: lost sneller op, ideaal voor luchtige bereidingen zoals meringue.
Bloemsuiker (poedersuiker): fijn gemalen suiker met wat zetmeel, gebruikt om af te werken of in glazuur.
Rietsuiker: lichtbruine suiker met een iets karamelachtige smaak, vaak in koekjes en marinades.
Kandijsuiker: grove suiker met volle smaak, gebruikt in pannenkoekenbeslag, stoofpotjes en bier.
Vanillesuiker: suiker met een vleugje vanille, ideaal voor gebak en desserts.
Functie in bereidingen
Suiker doet veel meer dan enkel zoeten:
Smaak: versterkt aroma’s en maskeert bitterheid of zuren.
Structuur: helpt bij het bruinen van gebak en het vormen van krokante korstjes.
Bewaring: in confituren en siropen vertraagt suiker bederf.
Volume: in opgeklopte bereidingen (zoals eiwitschuim) zorgt suiker voor stabiliteit.
Tip
Bewaar suiker droog en luchtdicht, want vocht doet hem klonteren.